zeiljacht-freedom.reismee.nl

Kanaaleilanden

23/8 Ile de Bréhat - Jersey (St Helier): 40 nM, 8 ½ uur. ZW 3-4 bft, zeilen en motorsailen, bewolkt.
28/8 Jersey - Sark: 22,6 nM, 3 ½ uur. Z 1à2 bft, zon. motor.
30/8 Sark - Guernsey: 10 nM, 2 ¼ . N(O) 3 bft regen/bewolkt, gezeild.
31/8 Guernsey - Alderney: 23 nM 4 ½ uur. NW 2 bft, zon, motor.

Met nog drie engelse kanaaleilanden voor de boeg, varen we naar het noorden.
Een groter overgang dan die van Ile de Bréhat, naar St Helier op Jersey, kun je haast niet hebben. Na het ankeren in de prachtige natuur van Bréhat, heeft St. Helier maar een verschrikkelijk lelijke stadshaven. Dat is slikken!! Lagen we nog maar op anker. Maar goed, we doen het er mee want we willen Jersey zien. De overtocht van Ile de Brehat naar Jersey was trouwens best een lange, met net iets te weinig wind en een lastige koers met zijstroom. Over de techniek van dwarsstroomvaren op zee valt voor ons nog wel wat te leren, dus daarover praten we later met deze of gene zeilvriend/vriendin graag nog eens door.
Jersey is te groot om ‘even’ rond te wandelen of fietsen, we nemen de bus. Het busstation is vlak naast de haven, dat is wel weer handig. Op een dagkaart eerst één naar de westkant en daarna één naar de oostkust. Een glooiend landschap met in het westen heel veel huizen en typisch engelse dorpjes. Een lang surfstrand aan de westkant. Het oosten en noorden is veel minder druk bewoond, een lieflijk glooiend landelijk gebied. Onderweg stappen we bij verschillende plaatsen uit, ook om de droogvalhaventjes te bekijken waarnaar we misschien kunnen verhuizen: de leukste lijkt ons Gorey aan de oostkant. In een mooie zandstrandbaai, een gezellig dorp langs de havenkom met hoge kade (9 meter verval) en een kasteel boven op de hoge landtong die de plek aan de noordkant tegen de wind beschermt. We treffen de havenmeester en horen hoe het hier werkt. Je kunt vooraan in de haven aan moorings liggen en álles valt droog zo rond half tij. Op dat moment denken we er de volgende dag heen te gaan, maar dat verandert als we ‘thuiskomen’: de nieuwste weersverwachtigen hebben het over twee dagen harde wind uit het zuiden, mogelijk ZZO en dan lig je niet meer goed in Gorey. Het blijkt zelfs een storm te worden, en dan zijn we toch weer tevreden met de veilige haven.
De stad St. Helier zelf is heel druk met teveel auto’s, met de bus stonden we een hele poos vast. Maar het centrum daarentegen is wel heel leuk: een ‘Londen in het klein’ met Charing Cross, Higstreet, Queenstreet etcetera. Met een super-wandeling, veel up and down, langs de veel hogere noordkust, deels bebost en met veel steile met varens begroeide hellingen langs zee, sluiten we onze verkenning van Jersey af.

Het weer is tot bedaren gekomen, er is zelfs bijna geen wind meer, we motoren dus naar Sark.
Onderweg kijken we nóg een keer van welke kant we de wind kunnen verwachten en dat is maar goed ook, een kleine windshift; we besluiten alsnog niet naar de ankerbaai aan de westkant, maar naar die aan de zuidkant te varen. Van verre zien we dat er al een paar boten liggen, in Bixcart bay, maar het is niet druk. Een hoge groene kust, wit zandstrandje. Als ik bezig ben met het voorbereiden van ‘t ankeren en op mijn knieën op het voordek zit, zie ik rechts langs de boot ineens een groot wit ding in het water: een dolfijn en geen kleintje! Hij?zij blijft jammer genoeg maar even, gelukkig ziet Aad ‘m ook nog net en dan iets verderop nog een duik boven het water en weg is ie. Een dag later horen we op radio BBC-Jersey toevallig dat een vrouw gebeten is door een dolfijn, dezelfde?
We ankeren halftij op ca 6 meter water, er kan nog ruim vier bijkomen bij vloed en we steken dus 30! meter ankerketting. Een uurtje later, als een grote motorboort vertrekt, kunnen we verplaatsen naar een mooier plekje, dichterbij het strand. Dit is echt heel fantastisch, in een baaitje ankeren en tegen een hoge groene wand opkijken. Is het tachtig meter hoog of honderd? Wat ben je dan ineens klein!
Zodra we gezien hebben dat het ook bij laag water goed gaat, dat er geen stenen enzo liggen, gaan we met de bijboot naar de kant. Bijboot met wieltjes hoog en droog op het strand trekken en op ontdekkingstocht! Of we Robinson Crusoë zijn….door een verwilderd (eiken)bos, over een smal kronkelend paadje, beekje er langs, klimmen we langzaam omhoog naar het dorp. Bovengekomen bevinden we ons in een sfeer van 100 jaar geleden, het doet Aad denken aan de afgelegen plek waar zijn opa en oma woonden. Boerenlandschap, zandwegen, werkpaarden, vervoer op de fiets of een kar, en enkele tractoren. Mooie naar elkaar toe gegroeide eiken als boog over de wegen. Een dorp met een kerk en een bezoekerscentrumpje, met informatie over natuur(behoud); en heel wat verlopen vakantiehuizen. We vragen ons af of er hier nog wel wat verdiend wordt, het lijkt vergane glorie, ook op ‘t ‘sjieke’ Jersey hadden we soms al dat idee.
s’-Avonds nog lang in de kuip gezeten op deze wonderschone plek, licht wiegend op een beetje deining.

We hebben gezien dat er vlak boven onze baai een hotel moet zijn, daar is vast koffie met wifi. Daar gaan we heen voor de broodnodige weersverwachtingen voor de verdere tochtplanning. We gebruiken ook G4 op onze telefoon wel, maar op het grotere scherm van onze tablet (dit jaar nog zonder simkaartje) is het veel overzichtelijker.
In de zonnige tuin bij ‘t zwembad van het hotel drinken we een heel lang kopje uitstekende cappucino. En maken daarna nog een langere wandeling over het eiland.
Het eiland wordt nog steeds bestuurd door een soort zelfbestuur van 40 vertegenwoordigers van de verschillende deelgebieden van het eiland, met aan het hoofd een Seigneur (Lord). Deze werkt en woont in een prachtig kasteel/landhuis van grijze stenen/graniet gebouwd, leistenen dakbedekking, met toren en versierde schoorstenen: De Seigneurie. We bezoeken de bijzonder mooie bloementuin erbij.

Teruggekomen op de boot zien we dat de aantrekkende westenwind meer gevolgen heeft in onze op het zuid-zuid-oostengerichte baai dan we gedacht hadden, er staat namelijk een branding waar we de bijboot echt doorheen moeten zien te duwen. Een motorboot, waarvan we wisten dat ie nog zou blijven, vertrekt ineens; we weten niet waarom, het laat zich uiteindelijk wel raden. De masten van de boten slaan steeds meer uit, weerszijden tot 20/30 graden slagzij! Wij blijven, maar het valt niet mee om nog te koken en af te wassen. We gebruiken alle antslip-placemats die we hebben om een glaasje met iets erin neer te kunnen zetten, de borden op hun plaats te houden, etc, maar ook dat is niet ‘stormvast’. Soms is het even stil, maar dan komt er weer een nieuwe serie golven die de boot heen en weer laat rollen. Het wordt al vroeg donker en ‘t goede moment in het tij is al voorbij, alsnog vertrekken is geen optie. Wonder boven wonder slapen we er nog vrij goed op. Sark is in alle opzichten een bijzondere belevenis!

De volgende ochtend is de deining minder, maar het lijkt ons toch beter om te vertrekken naar Peter Port op Guernsey om vandaar het goede moment voor vertrek naar Alderney te timen. Het is een tochtje van twee uur, met een misrekening van een halfuurtje door stroom tegen bij vertrek.
In Peter Port kennen we de weg. We doen boodschappen, halen gas en een nieuwe drukregelaar bij de boatshop. En het allerleukste is het gesprek met de havenmeester, die al gauw zijn collega, de coastguard, erbij haalt: Er komt een grote Admirality chart van Alderney tevoorschijn, waarop alle mogelijke route’s en doorsteken ingetekend staan en al pratend wordt ons duidelijk dat we met de weersomstandigheden van de volgende dag het beste langs de westkant, door de ‘gevaarlijke’ Swinge, naar Braye, de haven van Alderney kunnen varen. Fijn om met deze aardige mensen, die hun locale kennis graag delen, erover te kunnen praten.
Weliswaar op de motor, maar het wordt een heel mooie tocht. Drie tot vier knopen stroom mee. We gaan iets te hard. We nemen nog een poosje gas terug om echt er op het juiste moment te zijn, maar dat blijkt niet nodig, het water is zó rustig op de plek waar het ook wel met 12 knopen razen kan! Swingend langs de westkant van Alderny, langs les Etacs, rotsen met wel 5000 broedparen Jan van Genten, en tussen verschillende, vandaag bescheiden, stroomrafelingen en overfalls door.

Alderney, het mooiste, het meest engelse eiland wordt gezegd. De voorhaven bestaat alleen uit een lange hoge breakwater-kade aan de westkant, aan de oostkant een eht zandstrand. Het noorden is open naar zee. Er liggen vele visitormoorings en er zijn ook heel wat bezet. We kiezen er één uit met goed zicht op en dichtbij de binnenhaven; het dorp St Anne ligt een stuk hoger, tegen de helling aan, een half uurtje lopen. En ja, het dorp is wel echt typisch engels; we drinken er thee met zelfgemaakte cake’s (van verschillende kanten aanbevolen) in de smalle tuin achter het huisje van de mevrouw die ook een bed&breakfast heeft. We lopen door haar keuken naar de tuin. Wel speciaal en de thee/koffie met cake en scone smaken heerlijk.

Je kunt bij het havenhotel electrische fietsen huren, maar dat lijkt ons helemaal niks, dus we roeien met onze fietsjes mee in de dinghy naar de kant; om vervolgens het hele eiland rond te fietsen. De Atlantische kant is weer zoals alle eilanden, ruig en leeg. Daar ligt alleen het vliegveld. De oostelijke kant is meer bewoond en vriendelijk engels/frans heuvellandschap. Er is rondom het hele eiland eigenlijk geen plekje onbenut gelaten om er van de middeleeuwen via midden vorige eeuw tot in WOII kastelen, danwel verdedigingswerken te bouwen. De vertelgrage havenmeester kondigde bij onze aankomst ook al aan dat er veel ‘architectuur’ op het eiland te vinden is (van Vauban tot bunkers WOII)! Hmm… niet allemaal even leuk om naar te kijken.
De laatse dag is het nog heerlijk weer om op het strandje te zijn, te lunchen en te zwemmen in zee.
We hadden deze dag eigenlijk al willen vertrekken naar Cherbourg / St Vaast, maar ‘s ochtends bleek dat er de volgende dag veel betere wind is.

Zo hebben we alle (engelse) Kanaaleilanden van de bucketlist af kunnen strepen, alleen het franse Chaussey staat er nog op.

Blogspreuk van de dag: “To handle yourself, use your head; to handle others, use your heart. (Eleanor Roosevelt)

NB:
We zijn intussen al een eind verder gekomen:
3/9 Alderney - Cherbourg 25 nM
4/9 Cherbourg - St Vaast 30 nM
6/9 St Vaast - Fécamp 65nM
.... Op het bijbehorende verhaal zul je nog even moeten wachten!

Reacties

Reacties

Joost

Prachtige reis, goed beschreven; alsof ik aan boord ben en alles meemaak. Ik wist niet dat de kust van Frankrijk zo mooi en interessant is.
Ik denk de tocht van jullie leven.
Geniet nog even want Nederland komt al dichterbij.
Groeten ook aan Aad van
Joost

marion

weer zo`n pakkend verhaal. geweldig wat jullie allemaal beleven. Sommige dingen lijken me ook wel eng. Belgie in zicht!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!