Op weg naar de eilanden
11/6: Guilvinec - Sainte Marine: 13 nM 3,5 uur, N 2-3 bft, bewolkt met zon, 1 uur gezeild
12/6: de rivier de Odet opgevaren, bij Chateau Kerambliz aan een boei: 6NM 1,5 uur. N 3à4 bft, zon.
14/6: rivier af, terug naar St Marine, half bewolkt
16/6: St Marine - Port Tudy op Ile de Groix: 36nM, 5,5 uur. W 4à5 bft, bewolkt. alles gereefd gezeild.
Nu we aan de zuidkant van Bretagne gekomen zijn, mag het reistempo best wat omlaag……
We blijven dus zomaar een dagje liggen in Guilvinec. Het lijkt een aardige vissershaven waar we toch wel iets meer van willen zien. Er blijkt een leuke zondagochtendmarkt te zijn, waar we een paar
‘probeer-oesters’ en verse vis kopen van een vissers-vrouw, media-bekend figuur in de haven, met lange rij voor de kraam. Koffie tegenover de boot aan de haven, ook wifi.
Het volgende traject naar Bénodet bleek tot onze verrassing helemaal niet zo lang te zijn als we eerder dachten (foutje in thuisplanning), in slechts drie en een half uur zijn we er al. We varen de
rivier op die druk bezaaid is met boten aan moorings. Je denkt dan wat een drukte, maar er zijn weinig mensen op de boten; het zijn gewoon ligplaatsen van de haven. Aan weerszijden ligt een
plaatsje, veel vakantiehuizen met gesloten luiken, die nog niet verhuurd zijn. Wel mooi, meestal wit met kleurige kozijnen en een mooie bloementuin ervoor. Aan stuurboord Bénodet en aan bakboord St
Marine; we kiezen voor de laatste en dat is een goede keus. Eerst liggen we aan een lange steiger, met ruim zicht dus op de rivier en ook op de zee waar we vandaan kwamen. En Later liggen we aan
een mooring, centraal in de havenkom, waar omheen heel schilderachtig het dorpje ligt met diverse terrasjes aan de kade, en een oud kerkje op de achtergrond.
We zijn naar deze plek gegaan, omdat de rivier zeer aanbevolen wordt in onze pilots en in de hoop dat we van hieruit naar de Iles de Glenan kunnen oversteken: een soort ‘Scilly’ eilanden van
Bretagne, die wonderschoon van natuur zijn, maar waarvoor je stabiel en rustig weer nodig hebt. Er komen eerst een paar dagen met stevige Noorden wind aan, maar daarna misschien…?
De rivier stroomt zeer krachtig, tot 3 kts (knopen), vooral bij eb. Aanleggen of vertrekken gaat dan het beste bij de kentering en daartussen is het soms knap lastig. Door een glooiend landschap en
al snel aan beide kanten beboste oevers varen we de rivier op. Links en rechts passeren we verschillende Chateau’s met typich bretonse/keltische namen: Kérouzien, Keraudren, Lanroz, Toulven. (Doet
me denken aan ridder Thiuri en de geheimen van het Wilde Woud). Als je met hoog water helemaal door zou varen kom je vlak bij Quimper uit, maar dat doen we niet. We meren af aan een mooring bij
chateau Keramblez, ongeveer halverwege.
Met ons bijbootje kunnen we naar een ‘ramp’ (helling) iets verderop om aan de kant te gaan; we hebben nieuwe wieltjes aan de bijboot waarmee je ‘m heel gemakkelijk op de kant wat hogerop kunt
rijden, tot boven de vloedlijn. Zodat je veilig kunt gaan wandelen en het bootje gemakkelijk naar lager water terug kan brengen als je terug komt. O, wat is dit handig! Gezien de sterke stroom
gebruiken we het buitenboordmotortje, Suzuki 2,5 pk. De wandeling gaat over glooiende groene hellingen, langs een enkele boerderij en we willen eigenlijk langs de rivier terug, maar dat pad blijkt
in onbruik en afgesloten. Als we teruglopen komt er van een boerderij een blaffend groepje honden op ons af en een gemene grote hond (later horen we: berucht in de hele omgeving) bijt Aad diep in
z’n arm. Met dat bloed proeven is de woede van de Bouvier? kennelijk ineens over, hij druipt gelukkig weer af, de kleintjes keffen nog een poos na; wij lopen stug door. Maarja, we moeten wel even
naar een dokter. Vrij gemakkelijk krijgen we een lift van een aardige mijnheer, die daar iets verderop woont; hij brengt ons, èn weer terug naar de rivier. Het valt mee; antibiotica voor een week
en grote pleisters gekregen.
Terug in St Marine liggen we op het mooiste plekje in de havenkom aan een mooring en vandaaruit maken we nog een fietstocht langs het strand naar schier-Ile Tudy. We hebben de fietsjes nog nooit met het bijbootje aan de kant gebracht, maar het blijkt wel te kunnen: twee fietsjes, twee rugzakjes en wij tegelijk erin; het past. In de drooggevallen baai bij ile Tudy is het druk van de ‘pecheurs-a-pied’: mensen die oesters en kokkels rapen. Harkjes zijn verboden, maar ieder werkt er mee; we zijn in Frankrijk! En ook hier weer vele mooie witte huisjes nog gesloten.
Tot slot van dit verhaal : een prachtige zeiltocht met een pittig bakstag windje (schuin achter) naar Ile de Groix. We hebben het wachten op het mooie weer voor Iles de Glenan namelijk maar
opgegeven; het langdurige zonnige weer met weinig wind, dat eerst voorspeld was , zal voorlopig niet komen. Er zitten wat depressies tussen, waar door we wisselvallige wind kunnen verwachten. Op de
terugweg nog een kans!
Ile de Croix ligt als een platte taart in de zee, ongeveer 30 m boven de zeespiegel uitstkend. Je ziet het van verre al liggen. Weekend: we komen aan in een overvolle haven en krijgen een plek in
de voorhaven aan een mooring waar al vier boten aan hangen. Levendig gedoe, iedereen zijn bijbootje oppompen om naar de kant te gaan, het is zaterdagavond en men gaat uit eten. Wij hebben ons
bijbootje voor het eerst achterop de spieglboot gebonden, en dat beviel goed tijdens de zeiltocht, en nu ook, want hij ligt zo weer in het water. Fietsend over dit eiland zien we vele kleine
dorpjes, een duinachtig landschap, met veel bloeiende dopheide. We gaan het hele eiland rond, beklimmen de vuurtoren bij kaap Pen Men en zien ook de droogvalbaai bij Locmaria aan de andere kant,
maar doordat er inmiddels al een paar uur een druilerige motregen valt is het nog niet erg aanlokkelijk om daar heen te gaan.
Het is altijd leuk om naar een eiland te gaan; lekker overzichtelijk wat je gaat ontdekken, overal zicht op water, makkelijk rond te fietsen of te wandelen, de levendigheid in de haven met de
veerpont, het zwaaien op de kade en andere bedrijvigheid. En zo is het hier ook.
NB: De lekkages zijn de wereld nog niet uit, de wcpot lekt en een paar dagen later een van de dakramen van de kajuit ook. Klusjes houden kennelijk nooit op, ook niet, of juíst niet als je onderweg bent. Terwijl ik dan eten sta klaar te maken, of dit verhaal zit te schrijven, is Aad met dat soort dingen bezig. Ook de hook-en-moor(pikhaak) heeft hij weer gemaakt, waar je ozo handig een lijn mee door een mooring-oog kan trekken. Zo hebben we allebei onze klusjes!
Blogspreuk van de dag: Don’t judge each day by the harvest you reap, but by the seeds that you plant. (Robert Louis Stevenson).
Foto’s volgen nog.
Reacties
Reacties
Goed jullie verhalen weer te lezen. Leuk dat jullie nu ook wat meer aan wandelen en fietsen toekomen. Hadden jullie de fietsen vanaf het begin al mee of heb je die ter plekke gehuurd?
We hebben vouwfietsen aan boord met 7 versnellingen!
Hartelijke roeten en geniet lekker van jullie reis!
"roeten" zijn vanzelfsprekend groeten
Ha Henriette en Aad,
Ontzettend leuk jullie verhalen te volgen. Ik vertel ze natuurlijk ook aan mam.
Alles prima hier. Pauline Madrid komt 6 juli weer, gezellig.
Geniet maar lekker daar!
Liefs,
Carola
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}